Een duurzame totaaloplossing voor Sierra Leone

Als derde project heeft de AfricAlive expeditie Sierra Leone bezocht. In Sierra Leone heeft van 1991 tot 2001 een burgeroorlog gewoedt die het land aan de rand van de afgrond gebracht heeft. Want hoewel het land erg rijk is aan mineralen, waarvan vooral de diamanten bekend zijn, en de landbouwgrond vruchtbaar is, behoort het tot één van de armste landen ter wereld. Sinds er weer vrede is, kruipt het land langzaam uit een diep dal. Maar de oorlog heeft vrijwel de gehele infrastructuur verwoest, inclusief de faciliteiten voor medische zorg. Door het gebrek aan medische zorg sterft nu meer dan 40% van de kinderen voor het 5e levensjaar en ligt de gemiddelde levensverwachting rond de 40 jaar.

Tijdens de opening van het Magbenteh Community Hospital in Makeni, waar hij op verzoek van een vriend bij aanwezig was, werd de Nederlander Fred Nederlof getroffen door het verhaal van de oprichter hiervan: Harald Pfeiffer. Deze Zwitserse fysiotherapeut die ruim 18 jaar werkzaam is in Sierra Leone had met enorme krachtsinspanningen de bouw van dit ziekenhuis volbracht. Er was echter geen geld meer voor de financiering van de lopende kosten; het personeel, de medicijnen, onderhoud etc. Teruggekomen in Nederland richtte Fred Nederlof de Lion Heart Foundation op, met als hoofddoel het tijdelijk adopteren van het ziekenhuis voor een periode van tien jaar.

Mede dankzij de LHF is het ziekenhuis nu volop aan het draaien. Om het ziekenhuis open te houden, is steun vanuit het buitenland echter nog onmisbaar. Om in de toekomst het ziekenhuis wel zelfstandig te kunnen laten opereren heeft de LHF een masterplan opgesteld. In dit plan zullen de inkomsten van het ziekenhuis gegenereerd worden door betalende patienten, zal de regering van Sierra Leone een bijdrage leveren en liggen er plannen om met projecten in de regio geld te verdienen. Wij focussen ons op twee van deze projecten, het Best of Both Worlds palmolieproject en een in onbruik geraakte waterkrachtcentrale.

In het gebied rondom Yele leven zo’n 3.500 boeren van kleinschalige palmolieplantages. Deze boeren werken veelal met een niet optimale palmsoort en slecht materieel. Op verschillende stukken land van zo’n 2 à 3 are elk, hebben ze een aantal van deze palmen staan. De vruchten hiervan worden via een primitief en arbeidsintensief handmatig verwerkt. Hierdoor vermindert niet alleen de kwaliteit van de palmolie maar er gaat ook veel opbrengst verloren, en dus inkomen voor de boeren.

Palmfruit op het vuur in een olievat

Het Best of both worlds palmolieproject bestaat uit het ontwikkelen van duurzame bedrijfsmatige activiteiten in de landbouw. Zo is er momenteel een (pre-) oilpalm nursery gestart, waarin zaden van een ‘superieure’ oliepalm uitgroeien tot jonge boompjes, alvorens zij worden geplant op de plantages. Daarnaast worden er nu plannen uitgewerkt om een oliepalm pers fabriek te bouwen. Voor dit initiatief is een commercieel bedrijf in het leven geroepen, namelijk Ned Oil ltd. Bij deze pers fabriek kunnen boeren uit de omgeving hun palmfruit laten persen, waardoor zowel de kwaliteit als de kwantiteit van hun opbrengst omhoog gaan. Het management van de fabriek zal uiteindelijk volledig gevoerd worden door lokale managers en alle andere medewerkers worden vanaf het begin uit de lokale bevolking gerecruteerd.

Naast eerder plannen te hebben gehad voor het aanleggen van een grote plantage, wil de LHF nu boeren uit de regio betrekken in de plannen en wordt nu gekeken naar het opzetten van een microkredietprogramma. Voordeel hiervan is dat het project draagvlak heeft bij de lokale bevolking, bestaande boomgaarden gebruikt en verbeterd worden en dat er geen boskap nodig is voor de aanleg van een nieuwe plantage. Boeren kunnen een ‘compleet pakket’ kopen dat bestaat uit de superieure palmsoort, de benodigde gereedschappen, advies en begeleiding en de mogelijkheid om hun palmfruit mechanisch te laten persen. Onderzoek heeft uitgewezen dat hierdoor hun opbrengst en daardoor hun inkomsten met 50% kunnen verbeteren. Ook wordt hiermee lokale werkgelegenheid gecreëerd en ondernemerschap gestimuleerd. Uit een enquete, gehouden onder 3.500 boeren blijkt dat het project op de actieve steun van 95% van de boeren kan rekenen. Om de boeren zo goed mogelijk bij het project te betrekken, worden de boeren regelmatig geinformeerd en geraadgepleegd over het verloop van het project.

Zo goed als nieuw

Het tweede project is de vervallen waterkracht centrale. In Yele is in 1991, vlak voor het uitbreken van de burgeroorlog een waterkrachtcentrale geopend, welke energie opwekt uit de rivier de Yele. Slechts twee weken na de inwerkingtreding van deze centrale is deze door de rebellen verwoest, waardoor er nu alleen nog een basisstructuur staat. Vrijwel alle electrische apparatuur, zoals transformatoren en regelapparatuur, is verdwenen. De LHF is nu van plan om deze centrale nieuw leven in te blazen. Op deze manier kan deze de palmolie pers fabriek en de inwoners van Yele weer van stroom worden voorzien. Hier is echter een voor onze begrippen geringe, maar voor Sierra Leone begrippen enorme investering voor nodig. De LHF is nu nog bezig met het smeden van een plan om de centrale nieuw leven in te blazen. De centrale zal bijdragen aan een versnelde ontwikkeling van Yele, voor werkgelegenheid zorgen en de palmolie pers fabriek van duurzame energie voorzien.

De winsten die Ned Oil ltd. uiteindelijk zal genereren vloeien voor een deel terug naar het ziekenhuis, en zullen ervoor zorgen dat het ziekenhuis in de toekomst onafhankelijk wordt van financiële hulp vanuit het buitenland.

Bord aan de weg

De werkwijze van de LHF vinden wij tekenend voor het hele project. Zo werken ze niet met anonieme donateurs, maar zijn de partijen direct en op een persoonlijke wijze betrokken bij de projecten. Yacht, een van onze sponsoren steunt ook de LHF. Naast financiele steun, waarbij ze precies weten naar welke projecten het gaat, stuurt Yacht geregeld teams met vrijwilligers naar Sierra Leone, om een actieve bijdrage te leveren. Leuk om te zien is dat er echt een persoonlijke band is tussen de lokale bevolking en de mensen van Yacht. Zo is de CEO van Yacht, dhr. Ockels zelfs tot “paramount chief” benoemd, een eretitel, welke hem gegeven is uit dank voor zijn inzet.

Vanuit AfricAlive vinden wij dit project van de Lion Heart Foundation een voorbeeld voor bestaande en toekomstige ontwikkelingsprojecten. Uitgangspunten voor duurzame projecten zijn altijd: 1. de vraag vanuit de lokale bevolking, 2. het voortbestaan van het project nadat de NGO afstand neemt en 3. het beschermen van de natuur door op een maatschappelijk verantwoorde manier te ondernemen. Daarnaast stimuleren deze projecten eigen verantwoordelijkheid, ondernemerschap en creëert het werkgelegenheid in de regio, zowel direct als indirect.