Universiteit van Bangui, Centraal Afrikaanse RepubliekNa het regelen van de boot in Kameroen werd besloten om toch de Centraal Afrikaanse Republiek aan te doen gezien het een land is waar zeer weinig mensen iets van weten. Het land is ook erg arm en heeft zich erg hard ingezet om voor ons een militaire escorte te regelen en een complete ontvangst aan de universiteit van Bangui. Daarom werd besloten om Bogdan en Doenan naar de CAR te sturen om het eerste contact te leggen tussen de TU Delft en de Universiteit van Bangui. De universiteit van Bangui is een uitgebreid complex van gebouwen met faculteiten op het gebied van medicijnen, sociale studies, techniek en economie. Het hartelijke welkom dat AfricAlive ontving in de CAR was ongeëvenaard bij elk ander project. De ontvangst door de rector van de universiteit was uiterst vriendelijk en positief over ons initiatief, hij gaf direct aan dat hij een samenwerking en uitwisseling met de TU Delft helemaal zag zitten.
Afgezien van een ontvangst en interview met de rector was er ook het gesprek met het hoofd van Academische zaken en internationale relaties, de decaan en een gesprek met de studenten. Het gesprek met de studenten werd in de vorm gegoten van een persconferentie waarbij de studenten vragen stelden over onze expeditie en over het contact met de TU Delft. Wij konden gelukkig alle vragen goed beantwoorden ondanks de lichte zenuwen, de persconferentie werd namelijk diezelfde avond uitgezonden op de landelijke televisie.
De rondleiding op de universiteit bracht aan het licht dat op vele vakgebieden gewerkt wordt aan duurzame ontwikkeling. Zo wordt er in het natuurkunde laboratorium geëxperimenteerd met zonne kooktoestellen en met zonne droogkasten voor het drogen van fruit en groente. De kooktoestellen werken puur op zonne energie en vormen zo een besparing van geld en grondstoffen. De droogkasten drogen het groente en fruit met behulp van zonne energie zodat deze veel langer houdbaar blijven en zodoende het grootste gedeelte van de oogst behouden blijft. Dit gaat op zijn beurt weer voedsel tekorten en seizoensafhankelijkheid tegen. In het scheikundig laboratorium worden experimenten gedaan met de Atrofe plant. Deze plant is zeer robuust en kan dus praktisch overal groeien. De zaden van de Atrofe plant worden gebruikt voor extractie van biodiesel. In het scheikunde lab wordt fundamenteel onderzoek verricht naar de ideale groei omstandigheden van de Atrofe, het beste extractie proces en het energie gehalte van de verkregen olie. Daarnaast worden in hetzelfde lab methodes ontwikkeld die op het land gebruikt kunnen worden om de olie te winnen, zodat de lokale bevolking kan profiteren van het onderzoek. In het biologisch laboratorium wordt onderzoek gedaan naar waterkwaliteit en huishouding om het water, wat vaak in grote hoeveelheden voor korte periodes uit de hemel valt, te controleren. Men streeft naar lokale oplossingen op kleine schaal die mensen individueel kunnen toepassen en zodoende een jaar lang water hebben en zodat de gewassen beschermd worden tegen overstromingen. In hetzelfde lab wordt ook onderzoek gedaan naar waterzuivering voor drinkwater. Ook hier wordt gekeken naar oplossingen die op micro schaal toepasbaar zijn. Een voorbeeld is een waterfilter van zand, vermalen houtskool en as. Dit filter is overal te maken en zorgt dat de mensen op het land ook over goed drinkwater beschikken. Dit gaat weer allerlei epidemische ziekten tegen. Al met al stonden wij verbaasd van de inventiviteit en de grote aandacht voor duurzame technologie. De inventiviteit vloeide direct voort uit het gebrek aan middelen. De instrumenten die gebruikt worden zijn zwaar verouderd of zelf in elkaar geknutseld. Er is geen internet aanwezig op de campus, er wordt gewerkt aan een glasvezel netwerk. Dit netwerk is al bijna af maar licht al acht maanden stil door geldgebrek. Het is wonderbaarlijk hoe vernuftig de studenten zijn in het oplossen van hun problemen, en hoe hun oplossingen verschillen van de onzen. Deze bevindingen sterken ons in onze overtuiging dat een samenwerking en uitwisseling van studenten tussen deze twee universiteiten niet louter uit liefdadigheids en ontwikkeling oogpunt nuttig kan zijn, maar juist nuttig voor Europese studenten om hun doorzettingsvermogen en vindingrijkheid te ontwikkelen. |